Rasgeschiedenis, raserkenning en inteelt

De Chodsky Pes  is een werkhond. Op de grens van Tsjechië (Beieren) en Duitsland werden ze door het Chodenvolk gebruikt om de grens te bewaken, ook moesten ze het vee bewaken en hoeden. Vele CP’s zijn verkocht naar Duitsland.

De honden werden geselecteerd op evenwichtigheid, gezondheid, werkwilligheid en volhardende karakters.

Doordat het ras bijna ten onderging is er gestart met zoeken van look a likes dus honden die voldeden aan de omschrijving, hoogte, kleur en temperament.

Er is 1984 gestart met 3 honden, en door te blijven zoeken naar look a likes  werd steeds vers bloed toegevoegd.

In 1991 werd er in Tsjechie een rasvereniging opgericht en een erkenning aangevaagd  bij de Tsjechische kennelclub( bij ons is dat de Raad van Beheer). De CP is in Tsjechië erkend maar internationaal niet, dus FCI niet erkend.

Je kan het vergelijken met “Het Markiesje” een Hollands rashondje wat wel erkend is door de Raad van Beheer maar niet internationaal, dus niet FCI erkend.

De stambomen of afstammingsbewijzen die worden afgegeven in Tsjechië gebeurt door een club (CMKU) die zowel FCI erkende Tsjechische  rassen als niet FCI erkende Tsjechische rassen onder zich heeft. Dat betekent dat de CP een stamboom krijgt met een FCI stempel en een vermelding dat het ras niet FCI erkend is.

Sommigen andere Europese landen doen dit ook, Nederland niet.

Om de CP internationaal erkend ( FCI erkend) te krijgen moet Tsjechië ( land van Oorsprong) de aanvraag doen. Alle landen aangesloten bij de FCI worden daarvan op de hoogte gebracht dus ook onze Raad van Beheer.

Er moeten 8 verschillende bloedlijnen zijn en 5 generaties zonder familiebanden.

Als dat zo is dan een 1ste voorlopige erkenning voor de duur van 10 jaar. In deze 10 jaar moet er verder breed gefokt worden om de genenpoel te vergroten. Dus een juist fokprogramma opzetten is van groot belang.

De CMKU kijkt naar 4 generaties en dan lijkt het nog best aardig maar het  inteeltpercentage schiet omhoog bij de 5 de generatie. De CP zit bij 5 generaties op 30 -40% wat enorm zeg maar schrikbarend hoog is. Er had veel eerder nieuw vers bloed ingezet moeten worden.

Breed fokken houdt in dat er zoveel mogelijk verschillende bloedlijnen/genen worden gebruikt om een ras gezond en sterk te houden

Niet alleen de kampioen inzetten maar juist ook de gezonde aan de rasomschrijving voldoende maar misschien iets minder mooie CP die geen shows loopt.

Uit recent onderzoek blijkt onomstotelijk een relatie tussen inteelt en levensduur.

Hoe hoger de inteeltcoëfficiënt, hoe korter de gemiddelde levensduur.

In fokkerijtermen: tegen HD, ED, Levershunt kunnen we selecteren, maar merken we het als een hond net wat eerder buiten adem is? Als een hond een tikkeltje gevoeliger is voor infecties?

Waarschijnlijk niet.

Als zo’n tendens zich, heel heel geleidelijk, bij het merendeel van de honden voordoet, dan is de kans zelfs levensgroot dat we erin meegroeien, eraan wennen, niet beter weten.

Inteeltdepressie- afnemende vitaliteit in een populatie -het gevolg van onopgemerkte opstapeling van net niet helemaal goede genen.

De rasvereniging wil deze inteeltproblemen niet verder laten gaan en hebben een plan van aanpak gemaakt.